maandag 9 augustus 2021

Zes + maanden

Soms pluk ik stukjes tijd en hou ze in mijn hand. Ik draai ze rond en rond en als ik aan de uiteinden trek dan kan ik erin kijken. Ik duik in elk beeld dat ze vasthouden van hen. Levend, lachend, ademend, vrij.
Ik zie handen die een sigaret vasthouden, ik hoor lachende stemmen en liedjes gezongen in de auto.

Er blijft een beeld terugkomen, ik ben 8 en maak een puzzel op de vloer van ons appartement in Sledderlo. Mijn moeder kamt haar lange bruine haren die bijna tot aan haar billen komen.
"Giovà, vlecht mijn haren." Ze zet zich op een stoel en glimlacht naar mij.
Mijn vader kamt haar haren langzaam opnieuw vanop haar kruin tot aan de puntjes dan verdeelt hij haar haren in drie strengen. Hij neemt zijn tijd en legt elke streng haar over en onder de andere streng totdat zich er een mooie glanzende vlecht vormt. Ze praten, lachen en roken een sigaret. Het Italiaans vloeit over en langs mij heen. Ik zit heel stil en zie wat er gebeurt tussen deze twee tegenpolen. De ene zo rustig en ingetogen, de ander ongeduldig en explosief.
Maar vandaag lijken de rollen omgekeerd, mijn moeder babbelt honderduit terwijl mijn vader haar haren vlecht. Op haar vragen antwoordt hij met "Si coro meu" ja, mijn hart in het Sardisch gesproken. Onze blikken kruisen mekaar en hij lacht naar mij, een beetje verlegen alsof ik hem betrapt heb op zachtheid.

Het beeld vervaagt, ik sluit mijn ogen, ik leef in Droomtijd. Ik pluk nog een stukje tijd.

Ik lig in een ziekenhuisbed na een zwaar auto ongeluk, mijn moeder wandelt door de gang, haar gezicht staat ernstig maar rustig. Achter haar lopen dokters met witte jassen aan. Een jonge dokter strekt zijn hand uit en raakt mijn moeder haar vlecht, die over haar rug ligt, aan. 
Snel draait ze zich om en slaat zijn hand weg, ze kijkt woedend naar hem en voor ze zich omdraait gooit ze hem een minachtende blik toe. De jonge dokter schrikt en kijkt beschaamd, hij lijkt verbaasd dat hij dit deed. Mijn moeder stapt verder door de gang met opgeheven hoofd en in mijn ogen lijkt ze groter dan al die dokters bij elkaar. Als ze mijn kamer inloopt lichten haar ogen op. Ik zeg niets van wat ik gezien heb.

Ik ben gulzig vandaag, ik pluk nog een stukje tijd.

Opnieuw lig ik in een ziekenhuisbed en mijn vader buigt zich over mij heen om zijn eerste kleinkind te ontmoeten. Hij kust mij op mijn wang en aait mijn zoon zachtjes over zijn hoofdje. Hij spreekt een zegen uit in het Sardisch voor een lang en gelukkig leven. Er glinsteren tranen in zijn ogen.
"Grazie, Pa." 

Nog een stukje tijd.

Ik loop het huis binnen, de deur staat op een kier.
"Hey ma, hey pa." 
"Moninca!" Aapje. Ik ben 43j en nog steeds noemt hij mij aapje.
Hij glundert en wijst naar al het voedsel dat ze hebben meegenomen uit Sardinië. 
"Dat is allemaal voor papa, niemand krijgt iets." plaagt hij mij. Ik lach want ik weet dat ik straks naar huis ga met kaas, worst, brood en wijn.
"En de kinderen?" 
"Timmy komt straks, ik kom net van mijn werk, ma."
"Ik heb ze gemist, al mijn kleinkinderen!" 
"En mij, ma. Hebt ge mij ook gemist?" vraag ik haar met een brede grijns op mijn gezicht.
"Jaja, Manuela. Ik heb u ook gemist." en ze maakt een handgebaar die het tegendeel beweerd.
Maar haar ogen zeggen mij dat ze blij is om mij te zien. 
We eten, lachen en ik luister naar het nieuws en de roddels uit Sardinië. Later komen de anderen binnen en het volume gaat omhoog in dat kleine huisje waar we zo dicht langs elkaar geleefd hebben.

Ik kan niet voor altijd in Droomtijd leven, alle stukjes tijd in mijn hand krullen op en ik blaas ze weg.
De poes strijkt langs mijn benen, hij heeft honger. Samen wandelen we naar binnen. De dag is bijna om.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten