maandag 3 augustus 2020
De grote wilde moeder
De zee was wild, de golven kwamen snel op ons af en trokken zich even snel terug.
"Je moet altijd voorzichtig zijn met de zee, Belle. Ook al lijkt ze rustig dan nog kan ze gevaarlijk zijn. De zee is als een grote wilde moeder." probeer ik haar uit te leggen.
Ze kijkt naar mij en lacht vlug " zoals jij mama!"
Ik lach naar haar, mijn kleine, slimme dochter.
Een grote, wilde moeder zijn, het zal niet altijd de perfecte, beheerste moeder zijn maar een moeder die haar best doet om haar leven voluit te leven ondanks de angsten die haar soms doen bibberen.
De moeder die soms impulsief kan zijn maar geen cm wijkt als haar geliefden haar nodig hebben. Soms is ze kalm en rustig maar zelden saai. Ze vergeeft snel maar vergeet niet en is bereidt om te onderhandelen. Geeft haar fouten toe en leert haar kinderen om zichzelf niet te serieus te nemen.
En als haar kinderen willen dan wil ze graag haar schatten met hen delen die diep in haar verborgen zitten in de vorm van verhalen. Verhalen die ze kunnenn ontvouwen, als een kaart die hen de weg naar huis wijst in dit zotte leven.
Alleen zijn
Alleen zijn verbergt pareltjes in zich maar ik merk dat ik,
voordat ik de parels vind, vaak door een gevoel van afwijzing moet. Alsof ik
wakker word en niet begrijp dat er geen mensen rond mij zijn, niet iemand die
mijn hulp of aandacht nodig heeft. Dat ik alleen door dit bos wandel met enkel
mijn water, schrift en pen bij de hand. Dat het mij angst aanjaagt omdat ik
weet dat “goede” meisjes niet alleen door een bos wandelen, zich niet blootstellen
aan gevaar, voorzichtig zijn en zichzelf veilig stellen. Dat ik net zo goed
thuis kan schrijven, in mijn tuin, VEILIG. Ik zucht, duw de stem van mijn
moeder van mij af en wandel verder, ik zit in het sportbos van Genk, niet ergens
alleen in het amazonewoud, grommel ik op mezelf.
En dan, het bos is ook van mij. Ik mag hier rondlopen, alleen zonder bang te
zijn maar ik merk hoe mijn oren zich spitsen op elke eikel die geluid maakt.
Ik stap nog wat sneller en vind een plek om te zitten, onder een mooie boom, in
het zicht maar niet te opvallend en schrijf, schrijf over mezelf, over het bos,
de afwijzing, diep verdriet.
In eenzaamheid vind ik mezelf, in stilte kan ik mijzelf weer horen en kan ik
weer op adem komen.