“Wat wens je voor jezelf in het
nieuwe jaar?” Ze leunt naar voor en kijkt mij doordringend aan.
Ik haal mijn schouders op. “Ik wens dat mijn gezin gezond blijft, vooral dat ja, gezond en dat we een rustig jaar tegemoet gaan.” Ze leunt achteruit en kijkt verveeld. Ik voel dat ik iets mis heb gezegd, dat ik niet voldoe, dat ik een veilig antwoord heb gegeven.
Het is even stil tussen ons, ik voel mijn ademhaling versnellen en wens dat ik ergens anders was. Mijn antwoord was toch niet verkeerd? Gewoon, toch?
Ze richt haar grote donkere ogen weer op mij en ik voel mij weer negen, ben er zeker van dat ze recht door mij uit kijkt en ziet dat ik eigenlijk niet veel voorstel.
Mijn lichaam verstrakt, mijn hart klopt nog wat sneller maar ik weet niet goed wat ik mis gedaan heb. Ik voel mij bevroren, begrijp niet waarom ik niet gewoon kan opstaan en vertrekken.
Ik begin zenuwachtig te praten, voel binnenin mij dat ik wil voldoen, wil goed doen, terug op een goed blaadje wil staan.
“Heb jij een fijne kerst gehad? Met familie of liever met vrienden? Lekker gegeten?” Mijn gedachten gaan razendsnel, tuimelen alle kanten op en ik voel dat er iemand binnenin mij strak naar haar reacties kijkt, is ze blij met mij? Vindt ze mij interessant? Ben ik lief genoeg? Glimlacht ze?
Dat doet ze dus niet en ik voel de onrust kloppen, wat kan ik nog meer zeggen dan wat ik gezegd heb, hoe kan ik terug veilig aan land komen?
Ze schudt haar hoofd en ik stort vanbinnen in, voel hoe er tralies voor de ramen schuiven en het kind in mij in paniek zijn handjes er omheen klemt. Dan kijkt ze mij weer aan, buigt opnieuw naar voren en vraagt mij opnieuw: “Wat wens je voor jezelf in het nieuwe jaar? Niet voor een ander maar voor jezelf! Wat wil je, hoe ga je die vermoeidheid tegen gaan? Wat ga je doen en wat ga je laten? Kom niet af met flauwe zever! Ik weet wie je bent en wat er mogelijk is!”
Ik slik en slik opnieuw, ze ziet het, ze ziet dat ik niet voldoe, niet veel waard ben en maar doe alsof ik alle antwoorden heb.
“Ik weet niet wat je wil horen!” mijn stem klinkt zwak en klagerig en ik haat mezelf zo intens, het kind binnenin mij duikt in mekaar, is doodsbang.
“Antwoord dan! Je weet het wel, je probeert niet eens!” Ze is boos en ik voel de paniek in mijzelf stijgen. Dan zucht ze en leunt weer acherover. Vanbinnen ben ik 4 en ik kan mij nergens verbergen.
Ik haal mijn schouders op. “Ik wens dat mijn gezin gezond blijft, vooral dat ja, gezond en dat we een rustig jaar tegemoet gaan.” Ze leunt achteruit en kijkt verveeld. Ik voel dat ik iets mis heb gezegd, dat ik niet voldoe, dat ik een veilig antwoord heb gegeven.
Het is even stil tussen ons, ik voel mijn ademhaling versnellen en wens dat ik ergens anders was. Mijn antwoord was toch niet verkeerd? Gewoon, toch?
Ze richt haar grote donkere ogen weer op mij en ik voel mij weer negen, ben er zeker van dat ze recht door mij uit kijkt en ziet dat ik eigenlijk niet veel voorstel.
Mijn lichaam verstrakt, mijn hart klopt nog wat sneller maar ik weet niet goed wat ik mis gedaan heb. Ik voel mij bevroren, begrijp niet waarom ik niet gewoon kan opstaan en vertrekken.
Ik begin zenuwachtig te praten, voel binnenin mij dat ik wil voldoen, wil goed doen, terug op een goed blaadje wil staan.
“Heb jij een fijne kerst gehad? Met familie of liever met vrienden? Lekker gegeten?” Mijn gedachten gaan razendsnel, tuimelen alle kanten op en ik voel dat er iemand binnenin mij strak naar haar reacties kijkt, is ze blij met mij? Vindt ze mij interessant? Ben ik lief genoeg? Glimlacht ze?
Dat doet ze dus niet en ik voel de onrust kloppen, wat kan ik nog meer zeggen dan wat ik gezegd heb, hoe kan ik terug veilig aan land komen?
Ze schudt haar hoofd en ik stort vanbinnen in, voel hoe er tralies voor de ramen schuiven en het kind in mij in paniek zijn handjes er omheen klemt. Dan kijkt ze mij weer aan, buigt opnieuw naar voren en vraagt mij opnieuw: “Wat wens je voor jezelf in het nieuwe jaar? Niet voor een ander maar voor jezelf! Wat wil je, hoe ga je die vermoeidheid tegen gaan? Wat ga je doen en wat ga je laten? Kom niet af met flauwe zever! Ik weet wie je bent en wat er mogelijk is!”
Ik slik en slik opnieuw, ze ziet het, ze ziet dat ik niet voldoe, niet veel waard ben en maar doe alsof ik alle antwoorden heb.
“Ik weet niet wat je wil horen!” mijn stem klinkt zwak en klagerig en ik haat mezelf zo intens, het kind binnenin mij duikt in mekaar, is doodsbang.
“Antwoord dan! Je weet het wel, je probeert niet eens!” Ze is boos en ik voel de paniek in mijzelf stijgen. Dan zucht ze en leunt weer acherover. Vanbinnen ben ik 4 en ik kan mij nergens verbergen.
Ik heb mijn blik afgewend, kijk naar de
vloer. Stilletjes raap ik al mijn stukjes bijeen en probeer op adem
te komen en ik word boos, voel mij betrapt en gekwetst. Ze heeft
gelijk, ik weet niet hoe ik voor mezelf kan zorgen, hoe ik overeind
kan blijven als de weken te snel gaan en ik mij aan strohalmen moet
vastgrijpen, ik weet wat ik fijn vind maar niet hoe ik ruimte moet
creeƫn om het te doen. Ik heb dat nooit geleerd, het is mij nooit
voorgedaan, ik was te druk met kijken hoe anderen zich gedroegen
zodat ik kon anticiperen op hun gedrag. Ik moest leren om veilig te
zijn.
“Ik weet het wel, ik ga, ik ga terug zwemmen en schrijven.” Ze kijkt mij strak aan. Knikt kort.
Het kind heft het hoofd op, houdt haar adem in en ik begin.
“Ik ga meer plannen en voor mezelf kiezen, ik ga meer discipline inbouwen voor mezelf en mijn gezin. Ik krijg rust als mijn was gedaan is en dat het netjes is thuis. Ik ga mijzelf niet meer verdoven door op mijn gsm te zitten, meer wandelen, meer buiten komen, meer lachen en vroeger gaan slapen. Ik ga in de arena staan ook al tril ik op mijn benen en minder lui zijn. Rituelen inbouwen en ik ga de lat lager leggen, genoeg is goed genoeg.” Uitgeput laat ik mij achterover in de zetel vallen. Dit is de manier waarop ik voor mezelf zal zorgen, door alles dag per dag te nemen zonder mijzelf te verliezen maar vooral door mezelf graag te zien omdat ik weet dat ik mijn best doe, elke dag opnieuw. Ze kijkt mij nog steeds aan en ik zie iets glinsteren in haar ogen, ze knikt.
“Je doet je best, elke dag opnieuw...hou maar van jezelf dat mag, het is goed zo, je hoeft je best niet doen maar vergeet niet wat je rust geeft en doe meer van dat. Vergeet niet wat je laat sprankelen en doe meer van dat, vergeet niet om jezelf elke dag af te vragen waar je behoefte aan hebt en doe dat dan. Wees lief voor jezelf.”
“Ik weet het wel, ik ga, ik ga terug zwemmen en schrijven.” Ze kijkt mij strak aan. Knikt kort.
Het kind heft het hoofd op, houdt haar adem in en ik begin.
“Ik ga meer plannen en voor mezelf kiezen, ik ga meer discipline inbouwen voor mezelf en mijn gezin. Ik krijg rust als mijn was gedaan is en dat het netjes is thuis. Ik ga mijzelf niet meer verdoven door op mijn gsm te zitten, meer wandelen, meer buiten komen, meer lachen en vroeger gaan slapen. Ik ga in de arena staan ook al tril ik op mijn benen en minder lui zijn. Rituelen inbouwen en ik ga de lat lager leggen, genoeg is goed genoeg.” Uitgeput laat ik mij achterover in de zetel vallen. Dit is de manier waarop ik voor mezelf zal zorgen, door alles dag per dag te nemen zonder mijzelf te verliezen maar vooral door mezelf graag te zien omdat ik weet dat ik mijn best doe, elke dag opnieuw. Ze kijkt mij nog steeds aan en ik zie iets glinsteren in haar ogen, ze knikt.
“Je doet je best, elke dag opnieuw...hou maar van jezelf dat mag, het is goed zo, je hoeft je best niet doen maar vergeet niet wat je rust geeft en doe meer van dat. Vergeet niet wat je laat sprankelen en doe meer van dat, vergeet niet om jezelf elke dag af te vragen waar je behoefte aan hebt en doe dat dan. Wees lief voor jezelf.”
Ik heb het koud en wil thuis onder mijn
dekentje gaan liggen en slapen. Het kind binnenin mij gaat mee
liggen, ik neem haar dicht bij mij en knuffel haar, ruik aan haar
haren. Ze is rustig nu. Ik hou van je fluister ik, ze glimlacht.